Conservatieve behandeling bij een patellatendinopathie

Patellatendinopathie (PT) komt voornamelijk voor bij adolescenten, die sport beoefen waarin veel gesprongen wordt. Bij een patellatendinopathie hebben patiënten meestal klachten bij belasting van het been en vaak nemen de klachten af gedurende het in beweging zijn. De klachten zijn vaak lastig te behandelen en kunnen leiden tot een chronische tendinopathie. Er zijn diverse modellen beschreven over de tendinopathie. Het doel van de systematische review is om de evidentie op een rij te zetten over de meest effectieve conservatieve behandeling.

Methode en resultaten

Er zijn diverse medische databases geraadpleegd en uiteindelijk zijn er 9 artikelen overgebleven. Hierin is onder andere onderzoek gedaan naar het effect van excentrische, isotonische en isometrische oefentherapie, diverse injecties, dry needling, shockwave en training bij een patellatendinopathie.

Er zijn drie onderzoeken geïncludeerd die het effect van isometrische en isotonische oefeningen hebben onderzocht. Isometrische oefeningen leiden direct tot een vermindering van kniepijn, dit hield echter maar een korte tijd aan. Isotonische oefeningen waren slechts volgens één onderzoek effectief.

Over de behandeling door middel van een injectie met Plaatjes Rijk Plasma (PRP) of Autologe Bloed Injectie (ABI) zijn drie onderzoeken geïncludeerd. Alle drie vonden een klinisch significante verbetering in functioneren, gemeten door de VISA-P, na een PRP- en ABI injectie. Wel werd de kanttekening gezet, dat mogelijk alleen al het inbrengen van een naald een positief effect zou kunnen hebben.

Naar het effect van Extracorporeale Shockwave Therapie (ESWT) zijn ook drie onderzoeken gedaan. Van deze onderzoek liet slechts één onderzoek een positief effect zien na de toepassing van ESWT.

Dry needling is één onderzoek onderzocht, waar een significante verbetering in het functioneren van de knie werd aangetoond.

Tot slot is er één onderzoek geweest die het effect van taping van de patella heeft onderzocht. Conclusie uit dit onderzoek was dat het gebruik van enige vorm van taping of bracing de pijn tijdelijk kan verminderen.

Discussie en conclusie

De resultaten tonen aan dat isometrische oefeningen, toepassing van sporttape en het dragen van een patellabrace op korte termijn effectiever zijn en dat PRP-injecties en dry needling op langere termijn effectiever zijn.

Isometrische oefeningen zijn vooral effectief in het verminderen van de pijn gedurende 45 minuten na de oefening. Dit lijkt meer effect te hebben dan isotonische oefeningen en heavy slow resistance (HSR) oefeningen. Excentrische oefeningen, dry needling, PRP- en ABI-injecties zijn effectief op langere termijn, waarbij er een verbetering is in functioneel bewegen en vermindering van pijn. PRP-injecties zijn ook op de korte termijn effectiever dan dry needling, maar dry needling was effectiever op de lange termijn (26 weken na de interventie). Excentrische oefentherapie laat ook een goed resultaat zien bij patellatendinopathie en daarom wordt aangeraden om dit ook toe te passen in de revalidatie.

De beperking van deze systematische review is dat er verschillende methodes zijn gebruikt, met bijvoorbeeld variërende follow-up tijd. Hierdoor zijn de resultaten minder goed te vergelijken.

Conclusie

Deze review toont met een hoog evidentieniveau aan dat isometrische en excentrische oefentherapie, het gebruik van een patallabrace en taping, dry needling en diverse injecties een effect hebben op korte termijn. Excentrische oefeningen worden ook gezien als effectief op de lange termijn. Het is nog onduidelijk hoe het maximale effect bereikt kan worden, maar dit kan fysiotherapeuten helpen bij het kiezen van interventie bij patiënten met patellatendinopathie.