Validiteit en betrouwbaarheid van meetinstrumenten voor propriocepsis schouder.

Bij het herstel van een schouderklacht en met name na een blessure is de stabiliteit van de schoudergordel van het grootste belang. Stabiliteit is een complex samenspel van adequate sensomotorische input en neuromusculaire controle. Neuromusculaire controle is afhankelijk van de propriocepsis. Bij een beschadiging van een van de spieren of ligamenten kunnen de proprioceptieve receptoren…

Lees meer

Afwijkende mechanische en musculaire patronen bij scapulaire dyskinesie

Scapulaire dyskinesie wordt gedefinieerd als abnormale veranderingen van scapulaire positie en/of scapulaire beweging. Hoewel niet direct gerelateerd aan schouderklachten, wordt het bij 68-100% van de mensen met schouderklachten gevonden, waaronder glenohumerale instabiliteit, rotator cuff blessures en labrum rupturen. Deze schouderklachten zijn allemaal gerelateerd aan veranderingen in het glenohumerale gewricht, subacromiale ruimte, activatie van de schoudergordel…

Lees meer

Diagnostische nauwkeurigheid van klinisch testen voor acromioclaviculaire gewrichtspijn

Het accuraat vaststellen van acromioclaviculaire problematiek is belangrijk voor de juiste keuze van behandeling. Ondanks dat uit voorgaande studies en onderzoeken een gebrek aan validiteit is gebleken van klinische testen voor het identificeren van acromioclaviculaire gewrichtspijn (ACG), wordt hier in de eerstelijns gezondheidszorg wel op grote schaal gebruik van gemaakt. Vooral binnen de fysiotherapie wordt…

Lees meer

Internationale beslisboom voor de behandeling van schouderklachten

Er is toenemend bewijs dat een goede fysiotherapeutische behandeling het aantal mensen dat een operatie voor subacromiale pijn of rotator cuff klachten moet ondergaan fors kan verminderen. Met name actieve oefentherapie lijkt goede resultaten te boeken. Er is echter een grote variëteit in de onderzochte oefeningen en er is nog weinig informatie beschikbaar om de…

Lees meer

Motor Imagery toevoegen aan fysiotherapie bij impingement syndroom

Motorische verbeelding (Motor Imagery, MI) is tegenwoordig een veel onderzochte en gebruikte methode bij revalidatie en herstel. MI wordt met name ingezet bij neurologische problemen, zoals hemiplegie of bij m. Parkinson als onderdeel van de therapie. Uit studies komt deze behandelvorm naar voren als een relevante toevoeging aan gebruikelijke zorg. MI kan ook worden toegepast…

Lees meer

Manuele therapie geen meerwaarde naast oefentherapie bij schouder impingement?

Er zijn veel onderzoeken gedaan naar de effectiviteit van de behandeling van schouderklachten, maar –zoals bij veel behandelmethodes- is er weinig bekend over de resultaten op langere termijn. Vooral schouderklachten blijken na een succesvolle behandeling vaak weer terug te komen. Dit artikel beschrijft onderzoek naar de effecten van een individueel oefenprogramma met of zonder aanvulling…

Lees meer

Actieve correctie scapula geeft meer pijnverlichting dan passieve correctie

Mensen met nekpijn die een verstoorde positie van de scapula vertonen, zouden baat kunnen hebben bij strategiën om de positie van de scapula te corrigeren. Deze interventie wordt al toegepast bij mensen met schoudersklachten, maar zouden ook invloed kunnen hebben op chronische nekpijn. Oefeningen hiervoor zijn effectief gebleken om de activiteit van spiervezels van de…

Lees meer

Manuele therapie op lange termijn effectiever bij impingement dan corticosteroïden?

Manuele therapie en een corticosteroïdeninjectie zijn beide veel toegepaste methodes bij een schouder impingement syndroom. Er zijn veel onderzoeken en reviews geweest naar de effectiviteit van beide behandelingen, maar de behandelingen zijn vaak niet direct met elkaar vergeleken en de resultaten zijn niet eenduidig. In dit gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek zijn de effecten van corticosteroïdeninjectie of…

Lees meer

Training trapezius ascendens leidt tot pijnvermindering trapezius descendens bij schouderklachten

De pathologische mechanismen van nek- en schouderpijn worden geassocieerd met zowel psychosociale als fysieke oorzaken. Vanuit zowel wetenschappelijke literatuur als fysiotherapeutische ervaring lijkt het zo te zijn dat een verhoogde activatie van de trapezius pars descendens gepaard gaat met een verminderde controle in de trapezius pars ascendens en de serratus anterior. Deze combinatie heeft nek/schouderpijn…

Lees meer

Fysiotherapeuten en radiologen interpreteren echografie voor een deel verschillend

Echografie voor diagnostische doeleinden wordt steeds vaker gebruikt binnen de fysiotherapeutische praktijk. Klinische testen alleen blijken niet voldoende sensitief, specifiek en reproduceerbaar om tot een betrouwbare diagnose te komen. In meerdere onderzoeken is aangetoond dat radiologen een nauwkeurige diagnose kunnen stellen met behulp van Musculoskeletal Ultrasound (MSU). Met name volledige spierrupturen kunnen zeer nauwkeurig worden…

Lees meer

Neurocognitieve oefeningen effectief bij schouder impingement syndroom

Verschillende therapeutische behandelingen en technieken laten goede resultaten zien bij schouder impingement syndroom. Neurocognitieve therapeutische oefeningen (NCTE) zijn echter nog niet beschreven bij het impingement syndroom en laten wel goede resultaten zien na een operatie aan de voorste kruisband. NCTE is gericht op het verbeteren van de hogere corticale functies met als resultaat het verbeteren…

Lees meer

Rompstabiliteit lijkt invloed te hebben op schouderaandoeningen

Sporters die veel bewegingen moeten uitoefenen boven de schouderlijn hebben goede flexibiliteit, spierkracht, coördinatie en neuromusculaire controle nodig van de schoudergordel. Vanwege deze hoge belasting zijn schouder blessures veel voorkomend, zoals rotatorcuff laesies, impingementsyndroom, tendinitis etc. Om functionele stabiliteit tijdens armbewegingen te behouden is goede spierkracht en spieruithoudingsvermogen rondom de lumbale wervelkolom noodzakelijk. Dit betreft…

Lees meer

De inhoud van een oefenprogramma na anteriore schouderluxatie

De auteurs beschrijven een effectief oefenprogramma bij conservatieve behandeling van de instabiele schouder na anterior schouder luxatie. Ze baseren zich daarbij op de recente literatuur. De luxatie naar anterior is verreweg de meest voorkomende schouderluxatie. Meestal ontstaat ze door geforceerde exorotatie in combinatie met abductie van de schouder. Door de luxatie beschadigen de capsuloligamentaire structuren…

Lees meer

Specifieke schouderoefeningen niet effectiever dan een standaard oefenprogramma. Algemeen advies: train minimaal 8 weken

Oefentherapie gericht op het versterken van de rotatorcuff en scapula-stabilisatoren is een veel gebruikt interventie bij schouderproblematiek. Soms wordt de effectiviteit hiervan wetenschappelijk bevestigd, maar soms ook niet. Mogelijk dat een goede en verfijnde fysiotherapeutische diagnose tot betere keuze in oefeningen leidt. Sahrmann geeft een daarvoor geschikte classificatie van schouderproblematiek (Bijlage 1). De oefeningen in…

Lees meer

Vijf valide testen voor acromioclaviculaire disfuncties

Disfunctie van de acromioclaviculaire gewicht (AC-gewricht) is een veel voorkomende oorzaak voor schouderpijn. Enkele oorzaken voor en AC-disfunctie zijn: Traumata (bijv. separatie/luxatie), Infectie (bijv. septische artritis), Ontsteking (bijv. reumatisch of rotator cuff pathologie), Degeneratie (bijv. Osteoartritis) Metabool (bijv. jicht). In dit artikel beschrijven de auteurs de validiteit van een aantal AC-testen. Er wordt daarbij gekeken…

Lees meer

PNF technieken zijn effectief bij mobilisaties, maar er is geen verschil tussen de hold-relax-contract techniek en de contract-relax-contract technieken

De hold-relax-contract (HRC) van de PNF methode wordt gebruikt als mobiliserende oefening. Sommige onderzoekers toonden aan dat de HRC techniek effectiever was dan statisch of ballistisch rekken of andere PNF technieken. Andere onderzoekers daarentegen vonden dat de effectiviteit daaraan gelijkwaardig was maar niet beter. De contract-relax-contract (CRC) techniek van PNF is nog relatief weinig onderzocht.…

Lees meer

Triggerpoints zijn betrouwbaar te lokaliseren

Myofasciale trigger points worden gekenmerkt door: een gespannen strengvormige verharding in de spier (minimaal vereist); lokale gevoeligheid bij palpatie; patiënt trekt zich door de pijn terug bij palpatie (jump sign); provocatie produceert herkenbare pijn; referred pain in een voor de spier kenmerkend patroon; lokale ‘twitch’ response: tonus verhoging van de streng bij forse ‘snapping’ palpatie…

Lees meer