Afname van coördinatie en kinematica bij mensen met chronische nekpijn

Nekpijn is een veel voorkomend musculoskeletaal probleem. Onderzoeken hebben zich vooral gericht op bewegingsuitslagen van de nek, maar de laatste tijd komt er meer aandacht voor bewegingspatronen en motorische aansturing van de nek. Zowel range of motion als bewegingssnelheid lijken een rol te spelen bij niet-specifieke nekpijn die niet vooraf gegaan is door een trauma, maar bevindingen zijn nog niet eenduidig en onderzoeken hiernaar beperkt. Ook lijkt er een sterk verband te zijn met het bovenste gedeelte van de thoracale wervelkolom; verminderde thoracale mobiliteit heeft consequenties voor de mobiliteit van de cervicale wervelkolom. Het doel van deze studie was om drie dimensionale cervicale en thoracale kinematica en bewegings coördinatie van deze twee regio’s vast te leggen bij gezonde mensen en bij mensen met chronische nekpijn.

Methode

Er zijn 68 mensen geïncludeerd in dit onderzoek; 34 gezonde personen en 34 mensen met chronische nekpijn. De nekpijn bestond in deze groep langer dan 3 maanden en men had er medische zorg voor ontvangen. De volgende meetinstrumenten werden gebruikt:

• Short Form 12 (SF-12; Jenkinson, 1997): algemene gezondheid.
• Numeric Pain Rating Scale (NPRS 101; Cleland, 2008): pijn intensiteit bij de patiëntengroep.
• Northwick Park Disability Questionnaire (NPQ; Leak, 1994): functionele beperkingen.
• Elektromagnetisch tracking device (Fastrak): bewegingen van cervicale en thoracale wervelkolom. Sensoren werden ter hoogte van C1, T1, T6 en T12 geplaatst. Het effect van het bewegen en plooien van de huid tijdens bewegen werd zoveel mogelijk geminimaliseerd.

Tijdens de tests zaten de proefpersonen op een kruk met een rugleuning ter hoogte van de lumbale wervelkolom, met de voeten plat op de grond en de handen op de bovenbenen. De participanten werd daarna gevraagd om actieve bewegingen in het horizontale, frontale en sagittale vlak uit te voeren, volgens een gestandaardiseerd protocol. Doel hiervan was om de natuurlijke bewegingen te onderzoeken die op cervicaal en thoracaal niveau optreden gedurende de mobiliteits tests.

Resultaten

De patiënten met nekpijn hadden een significant lagere scores op de Fysieke Component Score en Mentale Component Score op de SF-12 vergeleken met de controlegroep.
Er waren significante verschillen tussen de groepen in alle bewegingsrichtingen. De mensen met nekpijn hadden een significante afname van bewegingssnelheid en acceleratie van de cervicale wervelkolom in alle richtingen. Voor de hoog thoracale regio werd een afname van snelheid gevonden bij flexie en extensie en een afname van acceleratie bij lateroflexie naar rechts. Laag thoracaal was een significante vermindering van snelheid en acceleratie te zien bij flexie en extensie en lateroflexie naar links. De coördinatie tussen de cervicale wervelkolom en de hoog thoracale wervels was bij de patiëntengroep significant verminderd ten opzichte van de gezonde groep in alle richtingen behalve de rotaties. Significante correlaties werden gevonden tussen de pijnintensiteit en functionele beperkingen.

Opmerkingen samenvatter

Deze studie laat duidelijk zien dat bij chronische nekpijn veranderingen van kinematica en coördinatie tussen de cervicale en thoracale wervelkolom optreden. Factoren die hierbij een rol kunnen spelen zijn verstoringen van de sensomotorische functies, met name propriocepsis. Nociceptieve impulsen kunnen een negatief effect hebben op de spierfunctie, bijvoorbeeld door co-contractie van de agonist en de antagonist. Ook instabiliteit kan leiden tot de gevonden veranderingen. Of deze factoren oorzaak of gevolg van de nekpijn zijn is in dit onderzoek niet vast te stellen.
Deze studie toont het belang aan van niet alleen het onderzoeken van de ROM van de wervelkolom, maar vooral ook de coördinatie, bewegingssnelheid en acceleratie om tot een goede, succesvolle interventie te komen.