Bij conversieverlamming speelt verhoogde zelfmonitoring van de aangedane ledemaat een rol

Onderzoek naar motorische verbeelding (verbeelden van bewegingen / motor imagery) wordt onder andere gebruikt om inzicht te verkrijgen in het actiesysteem van gezonde en zieke mensen. Zo onthult het al dan niet kunnen verbeelden van een beweging (en de cerebrale correlaten daarvan) bij mensen met onvermogen tot daadwerkelijk bewegen iets over op welke niveau het actiesysteem aangedaan is.
Er zijn veel verschillende type verbeeldingstaken. Één onderscheidt is in expliciete motorische verbeeldingstaken en impliciete motorische verbeeldingstaken. Bij een expliciete motorische verbeeldingstaak wordt de deelnemer gevraagd de beweging rechtstreeks te verbeelden. De motorische verbeelding is dan het einddoel. Bij een impliciete motorische verbeeldingstaak wordt motorische verbeelding indirect opgeroepen: “is het lichaamsdeel dat u op het beeldscherm ziet een linker- of een rechterhand’. De motorische verbeelding is dan slechts een middel om op deze vraag antwoord te kunnen geven(= einddoel). Expliciete motorische verbeeldingstaken zijn meer toegankelijk voor- en beïnvloedbaar door kritische reflectie. Bijvoorbeeld ‘doe ik de verbeelding goed?’ Bij impliciete motorische verbeeldingstaken speelt dit minder omdat men met de aandacht gericht is op de taak (einddoel) en niet op motorische verbeelding (als middel).

Gezonde mensen
Er zijn duidelijke gedragsmatige- en neurologische overeenkomsten tussen verbeeld bewegen en daadwerkelijk bewegen. Zo is de tijd die het duurt om een bepaalde beweging te verbeelden sterk gecorreleerd met de daadwerkelijke tijd die het uitvoeren van die beweging vraagt. De neurologische overeenkomsten tussen verbeeld- en daadwerkelijk bewegen liggen vooral op het gebied van motorische planning en motorische preparatie. Enkele gebieden die bij motorische verbeelding betrokken zijn: posterior parietale-, premotor-, en supplementaire motorcortex. Mogelijk ook de primaire motorische cortex, maar daarover verschillen de meningen nog.

TIP:  Zazen, adem en hartvariabiliteit

Conversie verlamming
Onderzoek naar motorische verbeelding bij mensen met bewegingsproblematiek is recent uitgebreid naar onderzoek binnen het domein van de psychopathologie. Met de bevindingen uit dit onderzoek hoopt men het mechanisme van de (psychische)bewegingsstoornis te achterhalen. Onderzoek naar conversie verlammingen is hier een voorbeeld van. Conversie verlamming kenmerkt zich door een onvermogen bepaalde lichaamsdelen te bewegen zonder dat daar een organische verklaring voor te vinden is. Sommige onderzoekers suggereren dat dit bewegingsprobleem veroorzaakt wordt door inhibitie van bewegingplannen, andere onderzoekers menen dat het komt door een verhoogde zelfmonitoring tijdens de bewegingsuitvoering.
Eerder hersenonderzoek naar conversieverlammingen onderzocht de patiënt als die daadwerkelijk een beweging probeerde uit te voeren. De hersenactiviteit wordt dan echter ook ‘gekleurd’ door allerlei motivationele- en cognitieve componenten betreffende de verwerking van het actuele onvermogen te bewegen. Onderzoek dat gebruik maakt van motorische verbeelding kan deze ‘ruis’ gedeeltelijk omzeilen.
De auteurs van dit artikel hebben als hypothese dat patiënten met conversieverlammingen aan versterkte zelfmonitoring doen. Zelfmonitoring is bij angststoornissen geassocieerd met inhibitie van beweging. Inderdaad vonden de auteurs in eerder onderzoek aanwijzingen dat bij impliciete motorische verbeelding van bewegingen met de aangedane hand de superior temporale en ventromediale prefrontale cortex sterker geactiveerd zijn dan bij motorische verbeelding van bewegingen met de gezonde hand. Deze corticale regionen houden verband met zelfreflectieve verwerking en met de observatie en het bewustzijn van bewegen. De huidige studie is een vervolg hierop.

Methode
Aan dit onderzoek deden 7 patiënten met coversie verlamming mee (partiële- of totale verlamming van één arm als hoofdsymptoom).

Taak
De deelnemers moesten aangeven of de aangeboden tekeningen een rechter- of een linkerhand was. De handen werden in verschillende rotatiehoeken aangeboden (van 0-180 graden) en werden palmair of dorsaal getoond. Dit is een bekende taak die veel in onderzoek gebruikt wordt.
In de impliciete motorische verbeeldingstaak moesten de deelnemers zo snel en zo accuraat mogelijk aangeven of het een rechter of linkerhand was. In de expliciete motorische verbeeldingstaak werd gevraagd de hand te verbeelden alsof die van henzelf was en dan pas te bepalen of het een rechter of linkerhand was.
Alle patiënten deden zowel de impliciete- als expliciete motorische verbeeldingstaken. Tijdens deze uitgebreide serie van taken werd er een fMRI scan afgenomen.

TIP:  Zelfbehandeling van slaapstoornissen is mogelijk

Resultaat
Gedragsmatig: naarmate de rotatie van de handen verder de 180 graden benaderde nam de reactietijd toe in zowel de impliciet als de expliciete taak, en zowel voor de aangedane hand als de niet aangedane hand. Er werden geen significante verschillen gevonden.
Neurogeen: corticaal was er een toename in activiteit in de dorsale partietale- en premotore cortex naarmate de rotatie van de hand sterker werd. Ook nu is er geen verschil tussen impliciete of expliciete taak en tussen de aangedane- en gezonde hand.
Deze beide bevindingen, gedragsmatig en neurogeen, zijn voor de auteurs een aanwijzing dat de conversieverlamming niet op veranderingen in motorische verwerking berust.

Wel bleek er een verschil in activiteit in de superiore en mediale delen van de frontale cortex, de cyrus rectus en de superior temporale cortex. Vooral het ventromediale prefrontale deel bleek statisch significant meer geactiveerd. De activiteit in die regio was tijdens de impliciete motorische verbeelding van bewegingen met de aangedane hand significant hoger dan dezelfde taak met de gezonde hand. Tijdens de expliciete taak zag men deze verschillen ten aanzien van de aangedane en gezonde hand niet.
Voor de auteurs is dit wederom een bevestiging dat bij conversieverlamming verhoogde zelfmonitoring (en de bewegingsinhibitie die daar het gevolg van is) een rol speelt bij het bewegingsprobleem.

Opmerking samenvatter
Om patiënten met conversie verlamming weer aan het bewegen te krijgen doet de psychosomatisch fysiotherapeut er goed aan het bewegen vooral indirect uit te lokken dan in plaats van het geven van expliciete bewegingsopdrachten.

de Lange, F. P., Roelofs, K., Toni, I. (2008). “Motor imagery: a window into the mechanisms and alterations of motor system.” Cortex 44: 494-506.

Peter van Burken

Peter van Burken

Psycholoog / ex-fysiotherapeut. Auteur van Gezondheidspsychologie voor de fysiotherapeut en het boek Mindfulness en Fysiotherapie. Initiator en docent Psychfysio opleidingen.

Zin in een leuke en boeiende cursus?

Kijk dan hier voor inspiratie!

" 3000+ tevreden fysiotherapeuten gingen je voor. "

Nieuwsbrief

Elke twee weken 3 samenvattingen voor fysiotherapeuten. Gratis, al 17 jaar. 6000+ fysiotherapeuten gingen je voor.

Database met 1500+ artikelen

Voorjaar 2023

Werken met beleving en emotie binnen de fysiotherapie

3 dagen. Start 15 mei 2024. Prijs € 595,-…

Acceptance and Commitment Therapy bij pijn

3 dagen. Start 7 juni 2024. Prijs € 495,-…

Pijn- en Stressmanagement technieken

3 dagen. Start 31 mei 2024. Prijs € 595,-…

Vrouw doet pilates oefeningen en voorkomt daardoor rugpijn.

Fysiopilates opleiding

9 dagen. Start 10 september 2024. Prijs € 1395,-…

De Mindful Fysiotherapeut

8 dagen. Start 12 september 2024. Prijs € 1395,-…

Dansante Fysiotherapie op basis van Laban/Bartenieff

8 dagen. Start 20 september 2024. Prijs € 1395,-…

Vrouw stretcht mindfull tegen rugpijn.

Belevingsgericht lichaamswerk binnen de fysiotherapie

5 dagen. Data 2025 volgen. Prijs € 995,- Bij…

kngf-logo-klein
keurmerk-fysiotherapie-logo-klein
crkbo_instelling_rgb