Een optimistische hervattingverwachting voorspelt wie er na twee jaar nog hardloopt

Eigeneffectiviteit-verwachting is de verwachting dat men bepaald gedrag kan uitvoeren. In essentie verwacht je: ‘ik kan het….’. In dit artikel heeft deze overtuiging betrekking op regelmatig hardlopen. Eigeneffectiviteit-verwachtingen bepalen in belangrijke mate of men het gedrag daadwerkelijk gaat uitvoeren. Een andere theorie stelt dat het vooral de intentie is (wil/motivatie), dat het gedrag (in dit geval hardlopen) aanstuurt. Het is echter nog niet geheel duidelijk wat nu het aandeel is van intentie en eigeneffectiviteit-verwachting. Naast de algemene eigeneffectiviteit-verwachting, zijn er ook meer specifieke overtuigingen rond de eigeneffectiviteit en (regelmatig) hardlopen.

• Volhoudverwachting: de optimistische overtuiging dat men het regelmatig hardlopen kan volhouden.
• Hervattingverwachting: de overtuiging dat men het hardlopen weer kan oppakken als men een tijdje ‘uitgevallen’ is.

In het onderzoek van de auteurs wordt bekeken in welke mate intentie, volhoudverwachting en hervattingverwachting kan voorspellen wie, van de 139 lopers, er twee jaar later nog regelmatig hardloopt.

De intentie tot hardlopen werd met drie items gemeten:

Ik heb de intentie om binnen één maand…:
regelmatig te gaan hardlopen.	Nee                          Ja 1        2        3         4
minimaal 30 minuten per week 2 of meer keer hard te lopen.	Nee                          Ja 1        2        3         4
minimaal 10 kilometer in de week hard te lopen.	Nee                          Ja 1        2        3         4

 

De volhoudverwachting werd met de volgende vier items gemeten:

 

Introductie: stel je eens voor dat je regelmatig hardloopt. Ben je ervan overtuigd dat je dat kan volhouden?

Ik ben ervan overtuigd dat ik in staat ben om op regelmatige basis te blijven hardlopen…:
ook al lopen mijn familie en vrienden niet hard.	absoluut                    absoluut niet waar                      waar 1        2        3         4
ook al voel ik me ‘zwak’.	absoluut                    absoluut niet waar                      waar 1        2        3         4
ook al zijn er soms omstandigheden waarbij ik vroeger niet zou hardlopen.	absoluut                    absoluut niet waar                      waar 1        2        3         4
ook al krijg ik geen steun voor mijn inspanningen.	absoluut                    absoluut niet waar                      waar 1        2        3         4

 

De hervattingverwachting werd ook met vier items gemeten.

Instructie: Het kan voorkomen dat je het hardlopen een tijdje opgeeft. Denk je dat je in staat bent het regelmatige hardlopen weer op te pakken?

Ik ben overtuigd dat ik in staat ben om bij terugval het hardlopen weer op te pakken…:
ook al liep ik een tijd niet hard omdat ik me ‘zwak’ voelde.	absoluut                    absoluut niet waar                      waar 1        2        3         4
ook al liep ik een tijd niet hard omdat ik geen tijd had om het regelmatig te doen.	absoluut                    absoluut niet waar                      waar 1        2        3         4
ook al moet ik dan mijn loopschema veranderen of aanpassen.	absoluut                    absoluut niet waar                      waar 1        2        3         4
ook al had ik het hardlopen door een vakantie onderbroken	absoluut                    absoluut niet waar                      waar 1        2        3         4

 

Resultaat

De belangrijkste bevinding uit dit onderzoek was dat de deelnemers met een lage hardloop ‘intentie’ of een lage volhoudverwachting weliswaar twee jaar later minder hardliepen, maar de uitval procentueel gezien niet groter was dan bij mensen met een sterke intentie of hoge volhoudverwachting. Beide groepen hebben in verhouding evenveel uitvallers.
Deelnemers met een lage hervattingverwachting vielen in verhouding wel meer uit dan deelnemers met een hoge hervattingverwachting. Kortom: de overtuiging dat men de draad weer kan oppakken na terugval is dus een belangrijke voorspeller voor het op de lange duur volhouden van het hardlopen.

Opmerking samenvatter

Fysiotherapeuten kunnen deze hervattingverwachting in het kader van therapietrouw samen met de patiënt onderzoeken. Mogelijk vindt men dan aangrijpingspunten om deze negatieve verwachting bij te stellen.