Psychologie van pijn

Algemeen

• Het biopsychosociale perspectief op chronische pijn.
• Psychologische en fysieke complexiteit van whiplash patiënten.
• Psychologische factoren kenmerkend voor verschil tussen specifieke en aspecifieke schouderpijn.
• Zijn mechanische factoren belangrijk bij orofaciale pijn?
• Pijnmanagement programma reduceert een aantal belangrijke gele vlaggen.
• De drempelwaarde van de terugtrek reflex is lager bij Amerikanen van Afrikaanse afkomst dan bij blanken gedurende ons leven.
• Chronische pijn patiënten hebben een kenmerkende persoonlijkheid die mogelijk verband houdt met onderliggende neurotransmitter-systemen.

Cognities (opvattingen/denken)

• De invloed van (ziekte)opvattingen bij rugpijn.
• Catastroferen beïnvloedt zowel communicatief-pijngedrag als beschermend-pijngedrag.
• Opvattingen over duur, gevolgen en persoonlijke invloed voorspellen ongunstig verloop van aspecifieke lage rugpijn.
• Negatieve verwachtingen zorgen ervoor dat men een stimulus als pijnlijker waarneemt.
• De eigeneffectiviteit verwachting rond het functioneren met pijn bepaalt de invloed van kinesiofobie.
• Een vragenlijst naar de eigen-effectiviteit verwachting ten aanzien van pijn.
• ‘Niet aan de pijn denken’ is een slecht advies.
• Pijn onderdrukken is vooral ongunstig bij catastroferende pijnpatiënten.
• Aandacht voor andere levenswaarden dan ‘pijnvermijden’ correleert met beter functioneren van de chronische pijnpatiënt.
• Gedeeltelijk bewijs dat patiënten met somatoforme stoornissen informatie vertekenen

Emoties / stress

• Stress voorspelt vertraagd herstel van radiculaire symptomen en functioneren na lumbale hernia.
• Verwantschap tussen lichamelijke pijn en emotionele pijn: klinische implicaties voor de fysiotherapeut.
• Unidimensionele pijnintensiteit schalen meten bij kanker de emotionele dimensie van pijn en bij musculoskeletale pijn vooral de sensorische dimensie.
• Stemming beïnvloedt vooral de affectieve dimensie van de pijn en niet de sensorisch dimensie.
• Depressieve patiënten hebben een verhoogde kans dat hun lichamelijke- of psychische klachten onderschat worden.
• Negatieve emoties en het onderdrukken van emoties is geassocieerd met meer symptomen bij fibromyalgie patiënten.
• Constructief schrijven over boosheid verlicht pijn en depressie bij chronische pijnpatiënten en verhoogt het gevoel van controle over de pijn.
• Hoog intensieve training verbetert vooral de cortisol huishouding bij patiënten met chronische lage rugpijn die ook tekenen van een depressie hebben.
• Patiënten met een somatofome pijnstoornis verwerken de emotionele dimensie van pijn sterker.
• Vroeg kinderlijke stress als voorspeller van psychologische en fysieke gezondheidsproblemen.
• Hechtingsstijl speelt mogelijk een rol bij de ervaren ernst van- en omgang met pijn, en de kans op chroniciteit.
• Posttraumatische stressstoornis en chronische pijn komen vaak samen voor.
• Post-traumatische stress symptomen is voorspeller voor chroniciteit, 2-3 jaar na een whiplash ongeval.

Communiceren

• Fysiotherapeuten kunnen een communicatiestijl die past bij een biopsychosociale benadering toepassen, maar er is ruimte voor verbetering.
• Cognitief-affectieve verklaringen voor pijn nog te beperkt toegepast door fysiotherapeuten.
• Bij het zien van pijn bij een ander krijgen we zelf motorische terugtrekreacties.
• Lage rugpijn patiënten sneller aan het werk door combinatie van oefentherapie en gedegen voorlichting.

Gedrag

• Graded exposure effectiver dan graded activity bij lage rugpijn patiënten met kinesiofobie.
• Effecten van verschillende patronen in activiteiten bij chronische pijnpatiënten.
• Virtueel lopen is een veel belovende interventie tegen chronische pijn bij paraplegische patiënten.
• Hoog intensieve aërobe training is zowel gunstig voor pijnreductie en beperkingen, als voor psychologisch welzijn van rugpatiënten.
• Is bewegingsangst een goede voorspeller van functionele capaciteitstests
• De pijnpatiënt bevrijden uit zijn ingeperkte denken en bewegen.